Wilhelmus van Nassouwe
|
Wilhelmus van Nassouwe ("William of Nassau") is the national anthem of the Netherlands. The name is often abbreviated to 'Het Wilhelmus' (The William [viz. 'song']).
The text was written somewhere between 1568 and 1572, in honour of William of Orange (also known as William of Nassau), during the Dutch revolt against the Spanish, the Eighty Years War. The author was probably Philips van Marnix, lord of Sint-Aldegonde.
When The Netherlands became a kingdom in 1815, the song was not chosen as its national anthem, because it was too connected to the party that supported the House of Orange-Nassau. However its popularity never waned, and on May 10, 1932 it became the national anthem after all, replacing Hendrik Tollens' Wien Neêrlands bloed door d'aderen vloeit.
Wilhelmus van Nassouwe is the oldest anthem in the world. Although it was not recognized as the official national anthem until 1932, it was seen as the one and only real Dutch anthem by the people.
The complete text comprises fifteen stanzas. The anthem is an acrostic, which in this case means the first letters of the fifteen stanzas form the name 'Willem van Nassov' (van means 'of' as in 'John of Salisbury'; the letters u and v were orthographically interchangeable at the time, as was the ou/au diphthong representation).
Contents |
The short version
For official occasions, usually only the first stanza is sung. When another stanza is sung, it is usually the sixth.
This is the first stanza in modernised spelling:
Wilhelmus van Nassauwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prince van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
To give a translation of this stanza is hard, because almost every line has several possible interpretations. A crude translation:
William of Nassau,
Am I, of German descent
Loyal to the fatherland
I will remain until I die
A Prince of Orange
Am I, free and fearless
The king of Spain
I have always honoured
The English version made to fit the melody:
William of Nassau, scion
Of a Dutch and ancient line,
Dedicate undying
Faith to this land of mine.
A prince I am, undaunted,
Of Orange, ever free,
To the king of Spain I've granted
A lifelong loyalty.
The sixth stanza runs:
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer
op U zo wil ik bouwen
Verlaat mij nimmermeer
Dat ik doch vroom mag blijven
uw dienaar t'aller stond
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt
Suggested translation:
My shield and loyalty
art Thou, o God my Lord
on You I shall build
never abandon me
so that I shall remain strong
Your servant at all times
the tyranny repel
which stabs (me through) my heart
The complete version
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prince van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben 't u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in 't eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vreden
mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
uw dienaar t'aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.
Na 't zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarnaar zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten
met mijner heireskracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,-
't zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.
Interpretation
- The last two lines of the first stanza are often interpreted to mean that the leader of the Dutch war against Spain had no specific qualms with the king, but rather with his emissaries in the Low Countries; it may also be sheer sarcasm.
- There is an ongoing controversy what the author meant with "Duytschen bloedt" in the text. Some people believe it does not refer to the Netherlands and the Dutch people, but, taking into consideration the fact that William of Nassau was born in Dillenburg in the county of Nassau (presently in Germany), they believe it is possible that it referred to William's German descent. A strong argument against this is that 'Duytsch' is not only just a variant spelling of Dietsch, but both terms at the time referred to 'the people', i.e. the Dutch, and not just the Germans (this is a later narrowing of the meaning of the term). Also in the language Dutch the word "Duits" means "German". The fact that the song was in essence a nationalist song sung by rebels against the (Spanish) authorities about William of Nassau, not a song supposedly sung by William himself, has to be taken into consideration.
External links
- 'Listen to the song' (http://www.digital-dreams.nl/realdutch/anthem.htm)
- 'US Navy Band Recording' (http://www.navyband.navy.mil/anthems/ANTHEMS/Netherlands.mp3)
- 'Het Wilhelmus, Een analyse van de inhoud, de structuur en de boodschap' (http://home.planet.nl/~doorn347/) (in Dutch)
- The text and music of the Wilhelmus, and more on its history (http://www.wilhelmus.nl) (in Dutch)cy:Wilhelmus van Nassouwe
da:Het Wilhelmus de:Het Wilhelmus eo:Wilhelmus fr:Wilhelmus van Nassouwe id:Wilhelmus it:Wilhelmus van Nassouwe ms:Wilhelmus van Nassouwe nl:Wilhelmus ja:オランダの国歌 no:Wilhelmus sv:Wilhelmus van Nassouwe